Kinderlongarts Harm Tiddens heeft net zijn allerlaatste spreekuur gedraaid. Hij pakt een kaartje van zijn bureau met voorop een lachende blonde tiener: een van zijn patiënten. Binnenin staat een bedankje en een foto van het meisje als baby. ‘Dit doet me wel iets, om te zien dat het nu zo goed met haar gaat.’ Kinderen met een chronische ziekte hebben een ander perspectief op het leven, is Tiddens opgevallen. ‘Ze hebben een hele positieve instelling. Zo van: pluk de dag. Het zijn vechters.’
Tiddens koos er bewust voor om te werken met chronische zieke kinderen. ‘Ik wil een band opbouwen met mijn patiënten. Als kinderlongarts ben je een soort coach voor het kind en de ouders. Dat vond ik belangrijk.’ In zijn spreekkamer zag hij kinderen met cystic fibrosis (CF), ofwel taaislijmziekte, en andere longaandoeningen.
Dode hoeken
Eigenlijk heeft Tiddens best een apart curriculum vitae, vindt hij zelf. Hij heeft namelijk verstand van kinderlongziekten én van radiologie. Een combinatie die bijna nooit voorkomt. Het gaf Tiddens de expertise om de techniek en rol van beeldvorming voor kinderlongziekten te vernieuwen. ‘Toen ik begon als kinderlongarts haalden we onze informatie uit longfunctietesten en longfoto’s. Maar eerlijk gezegd: op een gewone longfoto zie ik meestal weinig wat me kan helpen bij de diagnose of de behandeling.’
‘Op een gewone longfoto zie ik meestal weinig wat me kan helpen’
In 1996 begon hij daarom met het maken van CT-scans bij kinderen met CF. ‘Op een CT zie je veel meer details. Je kunt achter het hart en het middenrif kijken: er zijn geen dode hoeken.’ Inmiddels hebben meer dan 60 publicaties laten zien dat een CT-scan informatie oplevert over de conditie van de longen die niet op een andere manier te verkrijgen is. CF-patiënten in het Erasmus MC Sophia krijgen 1 keer per 2 jaar CT-scan. Sinds 2007 loopt daarnaast onderzoek naar het gebruik van de MRI-scan. Tiddens: ‘Daarmee kunnen we zonder straling de bewegelijkheid van de luchtwegen en longen onderzoeken.’
De trap niet meer op
De omschakeling naar CT gaf Tiddens een ander inzicht in hoe het gaat met de longen van zijn patiënten. ‘Het heeft ons geholpen om veel agressiever te behandelen: veel meer richting preventie dan alleen symptomatisch. Toen ik begon, gingen we pas behandelen als kinderen de trap niet meer op konden. Kinderen met CF werden gemiddeld twee tot drie keer per jaar voor drie weken opgenomen. Nu behandelen we met zero tolerance voor longschade: wat goed is, willen we goed houden. De nieuwe CF-medicatie die sinds een jaar of tien op de markt is heeft daar ook enorm bij geholpen.’
‘Verpleegkundig specialisten vangen ouders op als de roze wolk verandert in een donderwolk’
Een andere belangrijke verandering was de oprichting van een multidisciplinair team voor kinderen met CF en kinderen met aangeboren longafwijkingen. De spil in het CF-team is de verpleegkundig specialist, vertelt Tiddens. ‘Nu is het redelijk normaal, maar toen ik in 1997 een verpleegkundig specialist aannam was dat bijzonder. Zij zijn essentieel, want ze coördineren de complexe zorg en zijn het eerste aanspreekpunt. Ze vangen ouders op als de roze wolk van de pasgeboren baby door de diagnose verandert in een donderwolk. Als de wereld instort, geven zij ouders het gevoel in een warm bad te stappen.’
Subtiele veranderingen
Tiddens richtte bijna 10 jaar geleden het LungAnalysis laboratorium op in het Erasmus MC. Daar vertaalt hij met een team de CT-beelden van de longen naar een getal. Die waarde gebruiken dokters om de longgezondheid te volgen en het effect van een behandeling te bepalen. Zo’n objectieve maat is belangrijk, legt Tiddens uit. ‘Met het oog kun je de subtiele veranderingen van de honderden luchtwegen missen. Dat is mij ook overkomen. We moeten – waar mogelijk – af van de expert die een subjectieve inschatting maakt van de luchtwegen door naar een plaatje te kijken. Als je bloed laat prikken, houdt ook niet iemand het buisje tegen het licht om de hemglobinewaarde te bepalen.’
‘We kijken nu dieper in de longen, naar plekken die we nooit eerder hebben kunnen zien’
Na zijn pensioen blijft Tiddens als chief medical officer betrokken bij het bedrijf Thirona. Dat ontwikkelde een artificial intelligence-algoritme om automatisch alle luchtwegen en bloedvaten op een CT-scan door te meten. Spannende en veelbelovende materie, vindt Tiddens. ‘Ik vergelijk het weleens met de James Webb Space Observatory: we kijken nu dieper in de longen, naar plekken die we nooit eerder hebben kunnen zien. We weten niet wat sommige afwijkingen daar betekenen. We moeten leren om de veelheid aan gegevens te vertalen naar iets wat de dokter kan gebruiken.’
Tiddens kijkt dan ook uit naar de komende jaren. ‘Ik ben iemand die wil zaaien, maar ook zelf wil oogsten. Die oogsttijd is nu aangebroken en wat dat betreft heb ik het gevoel dat ik bij Thirona in de sneltrein zit.’
Over Harm Tiddens
Harm Tiddens studeerde geneeskunde aan de Universiteit van Amsterdam, waarna hij zich in Tilburg en Utrecht specialiseerde in de kindergeneeskunde. In 1991 kwam hij als kinderarts naar het Sophia Kinderziekenhuis waar hij zich verder specialiseerde in de kinderlongziekten. In 2007 kreeg hij ook een aanstelling bij de afdeling Radiologie van het Erasmus MC. In 2009 werd hij benoemd tot hoogleraar Kinderlongziekten aan het Erasmus MC. Sinds begin 2022 heeft hij zijn werkzaamheden voor het Erasmus MC verminderd en werkt hij ook als chief medical officer bij Thirona.