De prijs, waaraan een bedrag van 3500,- euro is verbonden, wordt jaarlijks uitgereikt door een samenwerkingsverband van l’Oréal Nederland, de Koninklijke Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen en de Nationale UNESCO Commissie.
De Women in Science Award is een erkenning voor de academische prestaties en het toekomstpotentieel van veelbelovende jonge vrouwelijke onderzoekers. Als laureaat van de eerste prijs, dingt Al-Hassany ook mee met het internationale Rising Talents programma.
‘Ik voel mij ontzettend vereerd. Deze prijs is een geweldige stimulans voor mijn verdere onderzoek en ambities. Ik hoop hiermee een stem te geven aan jonge, vrouwelijke studenten en onderzoekers’, zegt Al-Hassany.
Al-Hassany, in dienst van de afdeling Interne Geneeskunde, houdt zich bezig met translationeel onderzoek naar migraine en hart- en vaatziekten. Ze kijkt onder andere naar de rol van man-vrouwverschillen en vrouwspecifieke risicofactoren.
Risico
Naast de directe ziektelast van migraine op individueel, maatschappelijk en economisch niveau, is deze chronische aandoening ook nog eens een belangrijke, maar onderbelichte risicofactor voor hart- en vaatziekten. ‘Het fascinerende aan mijn onderzoek is dat het zich richt op de vertaling van het laboratorium naar de kliniek’, vertelt ze. ‘Maar ik kijk ook naar effecten op de populatie met epidemiologische studies. We willen migraine als risicofactor voor hart- en vaatziekten beter begrijpen.’
Samen met haar supervisor prof. dr. Antoinette Maassen van den Brink publiceerde ze onlangs een artikel in The Lancet Neurology waarin ze pleiten voor meer diversiteit in onderzoek naar migrainemedicatie.
CHANGE!
Ze is net gestart met een geheel nieuw, meer maatschappelijk project, CHANGE! Genaamd: Conscious Health dAta shariNg in movinG RottErdam!. Het is een convergentieproject, samen met de TU Delft en de Erasmus Universiteit Rotterdam. In dit project wil ze een deel van haar prijzengeld van 3500,- euro investeren.
Ze legt uit: ‘Medisch-wetenschappelijk onderzoek, en dan met name wetenschappelijk onderzoek naar cardiovasculaire aandoeningen, concentreerde zich lange tijd op het lichaam van de man. Inmiddels worden ook vrouwen geïncludeerd in studies, met name zelfs in migrainestudies. Maar dat zijn dan voornamelijk witte, hoog opgeleide vrouwen.’
Zo komen we dus nooit af van de uniformiteit in medisch-wetenschappelijke studies. ‘Was er aanvankelijk een gender kloof, nu blijft de etnische kloof over’, zegt Al-Hassany, zelf ook dochter van ouders met een migratie-achtergrond. ‘Met het CHANGE! project willen we gaan kijken of -en zo ja hoe- we etnische minderheden beter kunnen bereiken.’
Medische data
Het doel is uiteindelijk om mensen met niet-Nederlandse wortels te informeren over het belang om – anoniem – medische data te doneren. ‘Met ons gedrag op de onze smartphone, het bezoeken van websites, met onze sociale media, staan we allemaal onbewust data af. Elke dag weer’, legt ze uit.
Maar het afstaan van medische data is gebonden aan wetten en regels. Het is daarom een bewust proces. ‘Onderzoekers en artsen hebben er toestemming voor nodig. Op termijn willen we mensen met een andere etnische achtergrond informatie geven, om het belang van datadonatie uit te leggen. Maar eerst willen we uitzoeken hoe we het gesprek moeten aan gaan.’
Paplepel
Al-Hassany kreeg met de paplepel ingegoten dat ze haar talenten en capaciteiten optimaal moest ontwikkelen en benutten. Als kind droomde ze ervan arts te worden. ‘In vriendenboekjes op de basisschool stond altijd de vraag: wat wil je later worden? Huisarts, schreef ik dan steevast. Of chirurg.’
Zou ze nu een vriendenboekje moeten invullen, dan zou er staan: internist. Na afronding van haar promotietraject start ze volgend voorjaar met haar coschappen. Daarna gaat ze solliciteren als arts in opleiding tot internist. Het medisch-wetenschappelijk onderzoek wil ze voortzetten en combineren met het werk als dokter. Op termijn wil ze een eigen onderzoekslijn opstarten, het liefst in het Erasmus MC.
Tenslotte wil ze één ding kwijt: ‘Ik hoop dat ik ooit een goed rolmodel zal zijn voor jonge vrouwen, zoals Antoinette Maassen van den Brink dat voor mij is. Antoinette motiveert, moedigt aan en geeft mij de ruimte. En als het nodig is, stuurt ze het onderzoek bij.’
Waarvan akte.