Sinds 2015 registreren plastisch chirurgen – bij borstvergrotingen en borstreconstructies met implantaten – bij elke ingreep de kenmerken van patiënt, gegevens over het implantaat en operatieverslagen in de Dutch Breast Implant Registry (DBIR).
Cruciaal
Becherer toont aan dat deze registratie een cruciale rol speelt in het optimaliseren van de veiligheid van de patiënt. Registratie in de DBIR bewaakt de kwaliteitsgarantie van zowel de implantaten als de ontvangen plastisch chirurgische zorg. Daarnaast maakt de DBIR het mogelijk om patiënten te traceren wanneer onverhoopt een terugroepactie nodig blijkt, toont ze aan in haar studie.
‘Al sinds begin van de jaren ‘60 worden borstimplantaten regelmatig gebruikt om een borst te vergroten of te reconstrueren. Onderzoek laat zien dat (reconstructieve) borstoperaties het mentale en fysieke welzijn van vrouwen kunnen verbeteren, maar dergelijke ingrepen zijn niet zonder risico’s’, zegt Becherer.
Naast operatie-, en implantaat gerelateerde complicaties, kunnen er ook in het voorstadium problemen optreden. Bijvoorbeeld tijdens het productieproces van de implantaten, dat mogelijk gezondheidsrisico’s met zich meebrengt.
Samengewerkt
Om deze risico’s betrouwbaar te kunnen onderzoeken, is Becherer begonnen met het inzichtelijk maken van de Nederlandse borstimplantaatchirurgie. Hoeveel vrouwen krijgen er jaarlijks een borstimplantaat? Welke implantaten worden er gebruikt? En hoe kunnen we borstimplantaten over de tijd volgen? Daarnaast is er ook op internationaal vlak samengewerkt met de borstimplantatenregistraties uit Australië, Zweden en Amerika.
Marc Mureau, plastisch chirurg in het Erasmus MC en promotor van Becherer, is blij met de studie: ‘De veiligheid van de patiënt is voor plastisch chirurgen het uitgangspunt voor elke ingreep. Wij zijn dan ook trots op de DBIR. Hiermee kunnen we de veiligheid van de patiënt en de kwaliteit van ons vak en onze zorg bewaken en evalueren.’
Inzicht
Daarnaast biedt de registratie van borstimplantaten inzichten voor de verschillende aspecten van de chirurgie, vervolgt hij. ‘DBIR geeft inzicht in de klinische besluitvorming die van grote waarde is voor artsen, fabrikanten, toezichthouders en bovenal: de patiënten.’
Haar onderzoek is pas het begin, meldt Becherer. ‘Zaak is en blijft om methoden te ontwikkelen en implementeren waarmee we de kwaliteit van borstimplantaten continu monitoren en disfunctionerende implantaten zo vroeg mogelijk kunnen opsporen.’
Becherer vult aan dat het van belang is om open gesprekken tussen chirurgen te stimuleren en hen te faciliteren door kwaliteitsinformatie over de door hun geleverde zorg continu terug te koppelen. ‘Dat moeten we in Nederland blijven doen, maar ook op internationaal vlak. ‘The International Collaboration of Breast Registry Activities’ (ICOBRA), waarin alle landelijke borstimplantatenregistraties verenigd zijn, vormt daarvoor een belangrijke basis.’
Borstoperaties zijn een van meest verrichte ingrepen in de Plastische Chirurgie. De DBIR, die is geïntroduceerd door de Nederlandse Vereniging voor Plastische Chirurgie, verplicht alle gecertificeerde plastisch chirurgen in Nederland om alle operaties met borstimplantaten, dus ook verwijdering, te registreren. Er zijn sinds 2015 in totaal meer dan 55.000 patiënten en 120.000 implantaten geregistreerd.