Wetenschappelijk onderzoeker Suzanne Fikrat-Wevers onderzocht daarom bij bijna 2000 kandidaten van de bacheloropleidingen van vijf universitaire zorgopleidingen de impact van verschillende selectiemethoden, zoals cijfers, CV’s en kennistoetsen, op kansenongelijkheid. Daarnaast bestudeerde zij de invloed van verschillende voorbereidingsactiviteiten op de diversiteit en vroeg zij meer dan 700 kandidaten naar hun mening over dit onderwerp. Vrijdag 8 maart promoveert zij op dit onderwerp.
Kandidaten maken zich zorgen over de impact van een veeleisende selectieprocedure op hun welbevinden
De belangrijkste vragen bij het kiezen van een selectiemethode zijn volgens Fikrat-Wevers ‘wat wil een zorgopleiding met selectie bereiken’ en ‘op welke manier kunnen deze doelen het beste worden gerealiseerd?’ Als opleidingen voor een bepaalde selectieprocedure kiezen, moeten ze rekening houden met mogelijke neveneffecten, zoals minder diversiteit en stress bij de kandidaten.
‘Veel kandidaten die ik heb bevraagd, ervaren de huidige selectie als oneerlijk. De verschillende procedures leiden volgens hen tot kansenongelijkheid. Daarnaast maken kandidaten zich zorgen over de impact van een veeleisende selectieprocedure op hun welbevinden’, aldus Fikrat-Wevers.
Toch geven kandidaten de voorkeur aan een selectieprocedure waarbij zij een gevoel van controle op de uitslag hebben en waarop ze een breed scala aan vaardigheden kunnen laten zien. Ze zijn dus over het algemeen geen voorstander van loting.
De manier waarop wordt geselecteerd, kan de diversiteit op verschillende manieren beïnvloeden, stelt Fikrat-Wevers. Het gebruik van cijfers kan bijvoorbeeld leiden tot een nadeel voor kandidaten met een lage sociaaleconomische status. En kandidaten met een migratieachtergrond kunnen worden benadeeld door het gebruik van een CV en een proefstudeertoets.
Het absolute effect van betaalde voorbereidingsactiviteiten, zoals coaching, bleek tijdens het promotieonderzoek beperkt. Deze leveren, behalve misschien een dosis zelfvertrouwen, niet vanzelfsprekend voordeel op. De gratis voorbereidingsactiviteiten die zorgopleidingen zelf aanbieden, laten wel een klein positief effect zien op de diversiteit. Met name kandidaten met een niet-westerse migrantenachtergrond die gratis aangeboden voorbereiding hebben gevolgd scoren beter.
We hebben geen heilige graal gevonden
Fikrat-Wevers concludeert dat het lastig is om te zeggen dat de ene manier van selecteren beter voor de diversiteit is, dan de andere. ‘Dat ligt genuanceerder. We hebben geen heilige graal gevonden. We moeten bij iedere selectiemethode kijken naar mogelijke neveneffecten en investeren in manieren om de kansengelijkheid te borgen.’ Dat gebeurt nu te weinig. Opleidingen kunnen bijvoorbeeld overwegen om hun selectieprocedure transparanter te maken, zodat kandidaten niet afhankelijk zijn van medici in hun sociale omgeving om te weten wat ze kunnen verwachten.
In de huidige discussie over loten of selecteren is haar standpunt even genuanceerd. ‘Als opleidingen kiezen voor selectie, dan moeten ze dus investeren in selectiemethoden die diversiteit vergroten en niet verkleinen, zoals nu soms het geval is’, aldus Fikrat-Wevers. ‘Dit vraagt om investeringen, zoals het aanstellen van een diverse selectiecommissie en het continu monitoren van de kansengelijkheid.’
Als opleidingen kandidaten via een loting willen toelaten, is de kansengelijkheid het grootst bij een ongewogen loting. ‘Door dit te combineren met een matchingprocedure, waarbij kandidaten kennismaken met de opleiding, kunnen een aantal van de positieve aspecten van selectie worden behouden.’
Suzanne Fikrat-Wevers deed haar promotieonderzoek binnen het institute of Medical Education Research Rotterdam (iMERR), verbonden aan de afdeling Maatschappelijke Gezondheidszorg van het Erasmus MC. Haar promotie is aanstaande vrijdag om 13.00 live te volgen via deze link.
Het proefschrift “Selectie en studentendiversiteit: De invloed van methoden, voorbereidingsactiviteiten en kandidaatpercepties in zorgopleidingen” is aan te vragen via suzannefikrat@gmail.com.