“Ik heb een fijne en zorgeloze jeugd gehad”, zegt Marjolein. “Ik groeide op in een dijkhuisje in de polder, tussen Numansdorp en Strijen. Het was eigenlijk een tot woonhuis verbouwde boerderij. We hadden een grote tuin en veel boerenland in de omgeving. Zelf hadden we geen dieren meer, maar aan de overkant van het huis stonden schapen. Samen met mijn broertje en zusje was ik altijd buiten te vinden. Slootje springen, de weilanden in. En altijd een hut in de tuin. Ik was wel echt de oudste, een beetje verzorgend. Op de foto sta ik bij het wipstoeltje van mijn zusje. ’s Zomers was het strand niet ver weg, in de vakantie kampeerden we vaak in Frankrijk.”
Technisch lego
Marjolein was een blij kind met veel vriendjes en vriendinnetjes. Op school ging het goed en ze hield van sport. Een kleine onderzoeker? “Mijn zusje was meer de creatieveling van ons drieën”, erkent Marjolein. “Maar als ik binnen speelde, was ik vaak aan het bouwen. Ik speelde met alles door elkaar: duplo, meisjeslego, technisch lego. Was ik aan het puzzelen hoe alles paste. Dus ja, dat technische zat er al wel in. Heb ik toch van mijn vader. Hij is echt een selfmade man. Had zijn middelbare school niet afgemaakt, maar werkte zich op tot technische man in de kunststof-industrie en heeft een mooie carrière gehad. Mijn moeder was vroeger thuis, traditioneel. Maar ze is op latere leeftijd verpleegkundige geworden en werkt nu op de afdeling Maag-Darm-Leverziekten in het ziekenhuis in Dordrecht.”
Korfbal
Het hart van het sociale leven was de korfbalvereniging. “Ik was echt superfanatiek”, verklaart Marjolein. “Twee keer per week trainen, een wedstrijd in het weekend en zo mogelijk nog invallen in andere teams. Ja, ik heb het hoogste team bereikt. Op zaterdag speelden we en ’s avonds gingen we dan met een hele groep naar de soos. Een mooie tijd. Maar ik was geen wilde puber, hoor. Het spannendste was vaak nog de terugtocht naar huis, zeven kilometer fietsen door het donker. Daar waren mijn ouders niet zo blij mee. Maar soms was er wel een ‘stoere’ jongen die me thuisbracht.”
Brede interesse
Op school deed Marjolein het prima. Toen ze in de vierde klas een profiel moest kiezen, was ze er niet meteen uit. “Ik vond eigenlijk alles wel leuk. Economie, wiskunde, biologie. Een echte passie? Nee, die kon ik nog niet ontdekken.” Ze nam wiskunde en economie en, omdat ze graag sportte, als keuzevak extra uren gymnastiek. Zo’n twee jaar later was er opnieuw het vraagstuk, dat mensen met een brede interesse nu eenmaal tergt: wat moet ik kiezen? “Ik dacht na over een vervolgopleiding in de techniek en ook de zorg leek me leuk”, zegt Marjolein. “Maar de verpleging lonkte dan weer níet. Ik heb me breed georiënteerd en koos uiteindelijk voor Bewegingswetenschappen aan de Haagse Hogeschool. Je kreeg fysiologie, anatomie, neurowetenschappen, maar leerde ook medische hulpmiddelen ontwerpen. Wandelstokken en zo.”
Naar de stad
“Ik was net achttien toen ik in Den Haag op kamers ging wonen”, herinnert Marjolein zich. “Dat vonden mijn ouders wel ‘een dingetje’. Maar voor mij was het een openbaring. De grote, drukke stad, wat een contrast met het platteland. Ik had nooit het gevoel dat ik iets te kort was gekomen, maar in Den Haag veranderde mijn leven en dat was mooi. Als ik weer eens terugkwam in de Hoeksche Waard was ik sommige mensen toch wat ontgroeid, miste ik raakvlakken.” Marjolein had haar vleugels uitgeslagen, maar bleef trouw aan haar roots. “Evengoed bezoek ik graag mijn ouders, hoor. Lekker eten, gezellige dingen doen. We maken nog steeds fietstochtjes en gaan soms een weekendje weg met zijn allen.”
Generation R
Met het diploma van de Haagse Hogeschool op zak, meldde Marjolein zich bij de Vrije Universiteit Amsterdam voor de master Bewegingstechnologie. Voor haar afstudeerproject kwam ze terecht bij Generation R. Ze kreeg aansluitend een plek als promovendus. Marjolein onderzoekt de relatie tussen de bloedsomloop in de baarmoeder en de ontwikkeling van het hart, de bloedvaten en nieren en de groei van het kind op latere leeftijd. “Het is een beetje toevallig zo gelopen”, geeft ze toe. “Ik heb natuurlijk geen echt medische opleiding. Maar ik heb me erg verdiept in dit gebied en intussen genetisch onderzoek gedaan. Overigens ben ik geen fulltime promovendus. Als datamanager en lid van het logistieke team denk ik mee over ideeën en organiseer ik ook veel binnen Generation R.”
Toekomst
De nabije toekomst is duidelijk. In januari verwachten Marjolein en haar man Rob Taal, kinderarts in het Erasmus MC, hun tweede kindje. En in september hoopt ze haar proefschrift te verdedigen. En dan? “Dan zien we wel”, zegt Marjolein. “Misschien komt er bij Generation R nog iets moois voorbij. Bij mij lijkt het altijd als vanzelf te lopen. Grappig is dat. Misschien moet ik wat meer op ontdekkingsreis. Naar mijn echte passie ben ik nog steeds een beetje op zoek. Maar ach, ondertussen heb ik een heel leuk leven!”