Erasmus MC

Bewegen werkt

Veel mensen die al langer zonder werk zitten, hebben psychische of lichamelijke klachten die hen belemmeren om aan het werk te gaan. Het programma Bewegen Werkt moet daar verandering in brengen. “Het is een opstapje naar werk”, zegt gezondheidswetenschapper en projectleider Merel Schuring.

Deel
0 likes
Leestijd 4 min

Foto: Shutterstock

Wat gaan jullie onderzoeken?

“Het doel van het programma is niet alleen om mensen aan het werk te helpen, maar ook om de gezondheid te verbeteren. Bewegen Werkt is een beweegprogramma voor werklozen, vaak met gezondheidsklachten of een ongezonde leefstijl. De klachten werken belemmerend bij het vinden van werk. Vaak is er ook een gebrek aan zelfvertrouwen of hebben mensen angsten. Wij willen onderzoeken of het programma effectief is. Daarbij gaan we kijken naar de gezondheid van de deelnemers, fysiek en mentaal. Maar ook naar zelfwaardering, arbeidsparticipatie en gezond gedrag.”

Zijn mensen die werken gezonder?

“We denken dat werken helpt om gezond te leven. Denk maar aan op tijd naar bed gaan. Als je niet op tijd op hoeft omdat je geen werk hebt, is er ook geen prikkel om op tijd naar bed te gaan.
Bovendien blijkt het ook uit ons onderzoek dat mensen die niet werken, vaker last hebben van bepaalde aandoeningen dan mensen met werk. Zoals psychische problemen, hart- en vaatziekten en diabetes.”

Mensen die niet werken hebben vaker last van bepaalde aandoeningen dan mensen met werk

Hoe ziet het programma er uit?

“Mensen gaan twee dagdelen per week bewegen op een laagdrempelige manier. Wandelen, een balspel  of fitness in de sportschool. Er zijn veel groepsactiviteiten waarbij deelnemers kunnen oefenen met verschillende rollen in een spel, zoals scheidsrechter of aanvoerder. Op die manier kunnen ze zelfvertrouwen krijgen. Ook wordt zo zichtbaar wat hun kwaliteiten zijn. Mensen die al lang aan de kant staan, hebben daar vaak niet goed zicht op.
Halverwege het programma is er een gesprek tussen de cliënt, de beweegcoach en de werkconsulent van de gemeente. Ze bespreken wat de mogelijkheden zijn voor als het programma afgelopen is. Bijvoorbeeld werk zoeken, meedoen aan sociale activiteiten in de wijk of vrijwilligerswerk. Ze kunnen wellicht lid worden van een sportvereniging of sportschool.
Het beweegprogramma duurt drie maanden. Daarna volgen we de deelnemers nog een jaar.”

De begeleiders van het programma zijn leefstijlcoaches

“Die coaches zijn van oorsprong leraar lichamelijke opvoeding. Zij zijn goed in sport- en spelactiviteiten die mensen op verschillende niveaus uitdagen (fysiek, sociaal en mentaal). Zij denken in mogelijkheden en kunnen een groep bij elkaar houden. Ook hebben ze ruime ervaring met de doelgroep.”

Geen artsen?

“Er is bewust voor gekozen geen artsen of fysiotherapeuten te betrekken, om niet te medicaliseren. Zo nodig kunnen mensen wel het advies krijgen naar de huisarts te gaan.”

Wie doen er mee?

“Als cliënten in een gesprek met de gemeente vertellen dat ze door gezondheidsproblemen belemmeringen hebben om aan het werk te gaan, dan komen ze in aanmerking voor het programma. Wij hebben daar als onderzoekers geen invloed op. Motivatie speelt geen rol. Deelname is ook niet per se vrijwillig. Vaak is er eerst weerstand en later toch plezier in het bewegen. Mensen beginnen met zeggen: ‘Sporten is niets voor mij.’ Later zijn ze dan toch positief.”

Wat is de rol van de werkconsulent van de gemeente?

“Het is heel belangrijk dat zo’n werkconsulent bij het programma betrokken is. Die kan meedenken over de volgende stap. Onze verwachting is dat dit helpt om de effecten van het programma langer te vast te houden.”

Wat voor gezondheidsklachten hebben de deelnemers?

“Het zijn vaak mensen met zogeheten multiproblematiek. Ze hebben bijvoorbeeld last van hun knie en zijn werkloos. Dat leidt ertoe dat ze inactief zijn, overgewicht krijgen en sociale angsten ontwikkelen. We hebben daar al eerder naar gekeken in een onderzoek waarbij we data van CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) combineerden met gegevens over medicijngebruik. Hieruit komen aandoeningen als depressie, diabetes, hoog cholesterol en hart- en vaatziekten sterk naar voren. Deze gezondheidsproblemen vind je in de hele samenleving, maar bij deze groep veel meer.”

Kun je mensen niet beter gewoon meteen een baan geven?

“Ja, misschien. Maar bij deze mensen is het idee dat ze niet kunnen werken heel sterk. Dit programma is dan een opstapje. Daarna is het makkelijker om werk te vinden, er kan doelgerichter gezocht worden. Als mensen meteen aan het werk gaan, is het risico dat ze afhaken veel groter.”

 

Subsidie

Het Erasmus MC werkt bij dit onderzoek samen met Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG). Bewegen Werkt is een van drie programma’s van Maatschappelijke Gezondheidszorg die onlangs subsidie ontvingen van ZonMw.
In het onderzoek doen 250 mensen mee. Een controlegroep van eveneens 250 mensen bestaat uit werkloze mensen die een vergelijkbare achtergrond hebben als de deelnemers, maar die om redenen die buiten henzelf liggen niet kunnen meedoen aan het beweegprogramma. Gemeenten die meedoen zijn onder meer Den Haag, Deventer, Coevorden, Borger-Odoorn, Emmen, Oldenbroek.

Werken goed voor gezondheid

Recent onderzoek laat zien dat mensen die niet werken vaker last hebben van bepaalde chronische aandoeningen dan mensen met werk. Dat geldt voor psychische problemen (niet-werkenden: 18 procent  vergeleken met werkenden: 5 procent). Hetzelfde is te zien bij hart-en vaatziekten (niet-werkenden: 20 procent; werkenden: 9 procent) en diabetes (niet-werkenden: 7 procent; werkenden: 2 procent).

Lees ook