Diëtist Patty Lakenman, klinisch inspanningsfysioloog Jeroen Molinger en internist-intensivist Ben van der Hoven zijn gestart met een onderzoek om meer inzicht in de voedingsbehoefte van IC-patiënten te verkrijgen.
Nadelig effect
Lakenman schetst de historie: “Meer dan tien jaar geleden kregen alle volwassen patiënten op de IC standaard twee liter sondevoeding, ongeacht leeftijd, geslacht, gewicht of medische toestand. Die uniforme aanpak is niet goed, want zowel over- als ondervoeden heeft een nadelig effect op het herstel. Gelukkig is dat voedingsbeleid de afgelopen jaren veranderd. De ontwikkeling en invoering van een voedingsprotocol voor IC-patiënten door Ben van der Hoven, gebaseerd op onderzoek uit onder andere het VUmc, was in 2001 een eerste stap. De hernieuwde samenwerking tussen artsen en diëtisten op de toenmalige afdeling IC Heelkunde een belangrijke tweede.”
Spiermassa
“Het doel van voedseltoediening is tweeledig”, zegt Lakenman. “Aan de ene kant voorziet het in de behoefte aan kilocalorieën, voldoende brandstof, aan de andere kant zorgen de eiwitten in de voeding ervoor dat de afname van spiermassa zoveel mogelijk beperkt blijft. Dat laatste is een veelvoorkomend probleem. Een verlies van een kilogram aan spiermassa per dag, veroorzaakt door onder andere sepsis (een ontstekingsreactie van het hele lichaam, red.), is voor een IC-patiënt niet uitzonderlijk. Het opbouwen van spiermassa gaat daarentegen een stuk trager. Het kan wel drie maanden duren om een kilogram spiermassa terug te krijgen.”
Herzien voedingsprotocol
“Vorig jaar werd een hernieuwd voedingsprotocol ingevoerd, gebaseerd op de nieuwste inzichten. Het doel: voeding op maat. Tijdens de acute fase van het ziekteproces – in de praktijk is dat de fase waarin de patiënt op de IC ligt – worden energiereserves in het lichaam aangesproken. In die periode is het niet goed mogelijk om volledige voeding toe te dienen. Dat staat het herstel in deze fase namelijk in de weg. We beginnen daarom pas met voeding als de patiënt stabiel is. Dat gaat dan om vloeibare sondevoeding met een slangetje via de neus naar de maag of de darm. We beginnen met een beperkte hoeveelheid en voeren die elke dag met 25% op.”
Inzicht tijdens acute fase
“We zouden graag meer willen weten over het energiemetabolisme tijdens de eerste week van de acute fase. Het Erasmus MC heeft een van de grootste IC-afdelingen van Nederland, met bijzondere specialismen, zoals de zorg voor transplantatie-patiënten. Die zorg is heel anders dan de zorg voor patiënten die op de IC belanden met bijvoorbeeld een neurologisch trauma. Je verwacht ook een ander energiemetabolisme, maar of dat zo is, weten we nog niet.”
Energieverbruik meten
“Om dat inzicht te verkrijgen gaan we indirecte calorimetrie toepassen”, vertelt Lakenman. “Bij beademde en gesedeerde (er zijn kalmeringsmiddelen toegediend, red.) patiënten, gaan we gedurende een periode van 30 minuten de ingeademde en uitgeademde lucht analyseren op dag 1, 4 en 7 van IC opname. Een apparaat meet de zuurstofopname en de kooldioxide-afgifte. Uit die twee metingen wordt een respiratoir coëfficiënt – het verschil tussen opname en afgifte van zuurstof – berekend. Die waarde zegt iets over het ‘substraat’ dat de patiënt op dat moment verbrandt. Met substraat wordt bedoeld: eiwit, koolhydraten of vet. En we krijgen inzage in het energieverbruik van het aantal kilocalorieën in rust (Resting Energy Expenditure).”
Spiermetabolisme
Van der Hoven: “Daarnaast zijn we voornemens om inzicht te krijgen in het spiermetabolisme bij kritiek zieke patiënten. Dit deel van het onderzoek gebeurt in samenwerking met inspanningsfysioloog Jeroen Molinger. Hij heeft een methode ontwikkeld om met niet-invasief echo-onderzoek van spieren en bewerking van de beelden een indruk te krijgen van de energievoorraad en opbouw van het spierweefsel. De combinatie met voeding op maat is dan snel gelegd, maar vooralsnog moet er meer onderzoek worden verricht. Omdat Jeroen inmiddels ook werkzaam is in Duke University (Durham, NC, USA) wordt samenwerking in onderzoekverband voorbereid.”
Onder de kap
Een masterstudent Voeding & Gezondheid van Wageningen University & Research heeft een eerste studie naar energieverbruik op IC uitgevoerd. Lakenman: “Veel verpleegkundigen waren gefascineerd door het onderzoek en wilden zelf ondervinden hoe zo’n indirect calorimetrie verloopt. Omdat zij niet werden beademd, werd de apparatuur bij hen aangesloten op een transparante kap (canopy). Dit was een groot succes en 50 verpleegkundigen hebben onder de kap gelegen. Binnenkort gaat een volgende student de studie voortzetten.”
Leidraad voor diëtisten
De indirecte calorimetrie wordt aangeraden in de nieuwste European Society for Clinical Nutrition and Metabolism (ESPEN)-guideline, de leidraad voor diëtisten die met critical care patiënten werken.