Dierexperimenteel onderzoek

Hoofd Erasmus Dierexperimenteel Centrum: meer openheid over dierproeven

Directeur dr. Martje Fentener van Vlissingen vertrekt bij het Erasmus Dierexperimenteel Centrum. Ze gaat met pensioen. In de ruim 20 jaar dat ze hier werkte, stimuleerde ze meer publieksinformatie over dierproeven. Zorgen zijn er ook: ‘Het debat over dierproeven wordt soms genuanceerd, maar soms ook agressief gevoerd. En de overheid werkt polarisatie in de hand.’

Deel
13 likes
Leestijd 4 min
Foto Martje Fentener van Vlissingen copy

Om de lezer dezes alvast één illusie armer te maken: een wereld zonder dierexperimenteel onderzoek is een utopie. Gaat er niet komen. Ondanks alle inspanningen om dierproeven tot een minimum te beperken. ‘Er is wel veel innovatie die ervoor zorgt dat er veel informatie per gebruikt dier wordt verkregen. Daarmee worden studies kleiner van opzet, met meer metingen en vaak ook meer aansluiting op medisch onderzoek.’

‘Niemand is voor dierproeven. Maar iedereen is voor bescherming van proefdieren’

Maar zolang er wetenschappelijke studies worden gedaan naar de oorzaak van ziekten en nieuwe therapieën, zullen zebravissen, muizen, ratten, fretten, varkens en allerlei andere dieren nodig zijn, aldus Fentener Van Vlissingen. ‘Deze dieren worden door de wet op de dierproeven beschermd. Aan hun huisvesting en verzorging worden hoge eisen gesteld en het gebruik van dieren wordt vooraf onafhankelijk getoetst en naderhand verantwoord.’

Dieren zijn niet alleen nodig voor de medische wetenschap. ‘We kunnen ook niet zonder onderzoek naar de toxiciteit van chemicaliën, in het belang van de bescherming van mens en dier. Dit betreft ook biociden en restproducten van nieuwe geneesmiddelen die in ons milieu terecht komen. Dus moeten er serieuze studies worden gedaan naar de effecten van die stoffen op dieren die in dat milieu leven. Maar dan zorgen we in Europa weer wel voor één openbaar register zodat dit onderzoek maar 1 keer hoeft te worden gedaan en de hele wereld die kennis kan hergebruiken.’

Organs on a chip

Toch wordt vooral in de medische wetenschap en het toxicologisch onderzoek hard gewerkt aan alternatieve methoden. Digitale modellen, in het lab opgekweekt patiëntweefsel, organs on a chip en organoïden moeten onderzoek met proefdieren op den duur zoveel mogelijk vervangen. Fentener van Vlissingen waarschuwt wel voor te hoge verwachtingen.

‘Uitkomsten van onderzoek met organoïden kunnen ook juist tot meer dierproeven leiden. Zo’n model bekijkt een mechanisme bij een paar weefseltypen, los van al het andere, en daarmee kan niet alles worden onderzocht. De kans is heel groot dat je allemaal veelbelovende dingen vindt in je kweekbakje, maar dan komt de proof of the pudding en moet je kijken of dat in dieren ook zo is.’

Openheid

Voor Fentener van Vlissingen is openheid over dierexperimenteel onderzoek cruciaal. Vertel het publiek eerlijk wat er met die dieren gebeurt, en vooral waarom we vaak niet zonder kunnen. ‘De meeste mensen voelen wel aan dat het nodig is maar mengen zich liever niet in een gepolariseerd debat. Met feitelijke informatie geef je tegenwicht aan de eenzijdige boodschap die dierenactivisten uitdragen.’

Ze startte al in 2002 een werkgroep die begon met publieksjaarverslagen. In boekjes met de titel ‘Dierproeven verantwoord’ werden thema’s uit het eigen werkprogramma behandeld. In 2022 sloot het Erasmus MC zich aan bij de Stichting Informatie Dierproeven, en in 2021 tekende de decaan van het Erasmus MC de Transparantieovereenkomst Dierproeven. ‘De informatie in die boekjes is ook interessant voor de medewerkers zelf: het helpt hen bij het vertellen van hun verhaal op verjaardagsfeestjes.’

Transparantie en innovatie in dierproeven vragen wel om andere infrastructuur. ‘Erasmus MC heeft veel geïnvesteerd in nieuwe gebouwen voor het ziekenhuis en het onderwijs maar is helaas nog niet toegekomen aan integrale verbetering van de voorzieningen voor de research. Het is gebleven bij het maken van plannen. Wel zijn er in de bestaande bouw enkele nieuwe faciliteiten gerealiseerd, zoals voor preklinische beeldvorming en onderzoek naar infectieziekten.’

Maatschappelijke weerstand

Alle verantwoording en transparantie ten spijt: dierexperimenteel onderzoek stuit op weerstand in de samenleving. Zo was er onlangs het European Citizens Initiative, een lijst van ruim 1 miljoen handtekeningen van Europeanen, die afdwong dat de Europese politiek opnieuw zou kijken naar de Europese wetgeving die dierproeven aan strenge regels onderwerpt.

Fentener Van Vlissingen begrijpt die bedenkingen. ‘Niemand is voor dierproeven. Maar iedereen is voor bescherming van proefdieren. In Europa hebben we daarom een stelsel van regels gericht op dierenwelzijn, professionalisering, en ethische en maatschappelijke verantwoording. Daarbij wordt ook stevig ingezet op 3V-alternatieven: vermindering, verfijning en vervanging.’

Eigen beleid

Het verzoek van het European Citizens Initiative werd afgewezen door de Europese Commissie. ‘Ik ben daar blij om, want juist deze regelgeving draagt bij aan de bescherming van proefdieren. Schaf je die wetten af, dan kan iedere lidstaat weer zijn eigen beleid voeren.’

De weerstand tegen dierproeven gaat ook gepaard met keihard debat. ‘Met scherpe meningen had ik al in de jaren tachtig te maken’, zegt ze. ‘Maar toen waren er gedrukte kranten die werden gemaakt door journalisten die netjes hoor en wederhoor toepasten. Nu zijn er websites met fake news, en – nog erger – sociale media waar complotdenkers hun eigen waarheid creëren. De beer is los.’

De overheid helpt niet, vindt ze. ‘De overheid werkt polarisatie in de hand. Bijvoorbeeld door actief de verwachting te managen dat de transitie naar proefdiervrije innovatie op afzienbare termijn de meeste dierproeven overbodig zou maken. Dat is politiek wensdenken met weinig onderbouwing. Maar het bepaalt wel het discours van de discussies. Wie de politiek enigszins volgt, ziet dat gebeuren.’

Bang

De polarisatie manifesteert zich overigens niet alleen in woord en geschrift, ook fysieke agressie neemt toe, ervaart Fentener van Vlissingen. ‘Onderzoekers die met zorgvuldige, belangrijke studies bezig zijn, durven vaak niet met naam en toenaam interviews te geven over hun werk. Als ze thuis een gezin met kleine kinderen hebben, is dat begrijpelijk. Maar het resultaat is wel dat vooral de verklaarde tegenstanders aan het woord komen. En dat is geen volwaardig maatschappelijk debat in een democratie.’

Ter gelegenheid van haar afscheid heeft het Erasmus MC het symposium Transparantie in Transitie georganiseerd. Daar vertelden onderzoekers van het Erasmus MC en daarbuiten over hun onderzoek en hoe dierexperimenteel onderzoek daarbij onmisbaar is, en hoe debat en reflectie ruimte kunnen krijgen.

Lees ook