Het onderzoek naar de 3D-printer begint met een medicijn tegen hartritmestoornissen bij kinderen. Een logische keuze, vertelt ziekenhuisapotheker Liesbeth Ruijgrok. ‘De dosering van dit middel komt erg nauw. De bestaande tabletjes zijn 50 milligram, terwijl een kind vaak maar 2 of 3 milligram nodig heeft. Het is geen doen om die tabletjes te breken, dus nu werken we met infuusvloeistof die de ouders in de mond van het kind druppelen.’ Die oplossing is echter niet ideaal. De vloeistof smaakt vies en een foutje met de dosering is snel gemaakt.
Gummibeertjes
Persoonlijke 3D-geprinte tabletjes kunnen een oplossing zijn. Ruijgrok onderzoekt dat samen met TNO en de afdeling Kindercardiologie. Met zo’n printer kan voor elk kind een persoonlijke pil worden gemaakt. ‘Je voert in de computer in welke dosis een kind nodig heeft en de 3D-printer maakt daar heel precies tabletjes van. Dat kunnen ronde pilletjes zijn, maar bijvoorbeeld ook sliertjes, hartjes of gummibeertjes. Ook kunnen we de smaak maskeren en de dosis heel gemakkelijk bijstellen’, legt Ruijgrok uit.
Het nog wel een jaar duren voordat de eerste 3D-geprinte pillen worden toegepast bij patiënten. Eerst willen Ruijgrok en collega’s goed uitzoeken hoe de printer het beste werkt, of de pillen in het lichaam hetzelfde doen als de infuusvloeistof, voldoen aan de kwaliteitseisen, en wat kinderen en hun ouders ervan vinden.
Polypil
Volgens Ruijgrok zijn de verwachtingen van de 3D-printer voor medicatie hoog. ‘Het is een hot topic. We beginnen nu met medicijnen voor kinderen, maar er zijn nog veel meer toepassingen mogelijk. Denk bijvoorbeeld aan een ‘polypil’, waarin meerdere medicijnen tegelijk zitten. Dat kan voor ouderen heel praktisch zijn. Of aan een printtechniek waarbij de kern van de pil hard is en de buitenkant zacht, waardoor het medicijn heel gereguleerd wordt afgegeven aan het lichaam.’
Bekijk ook onderstaande video van Rotterdam. Make it Happen.