Erasmus MC

Vroeg erbij

‘Verslaving bij tien-, elfjarigen komt gelukkig nauwelijks voor. Toch heeft het zin om kinderen daarop te onderzoeken.’ Dat zegt neuropsycholoog prof. dr. Ingmar Franken. Hij is vooral geïnteresseerd in mechanismen van verslaving. Wat gaat er mis in de hersenen? Franken: “We weten allemaal dat het heel moeilijk is om van een verslaving af te komen. […]

Deel
0 likes
Leestijd 3 min
jongeren met blikjes bier

‘Verslaving bij tien-, elfjarigen komt gelukkig nauwelijks voor. Toch heeft het zin om kinderen daarop te onderzoeken.’

Dat zegt neuropsycholoog prof. dr. Ingmar Franken. Hij is vooral geïnteresseerd in mechanismen van verslaving. Wat gaat er mis in de hersenen? Franken: “We weten allemaal dat het heel moeilijk is om van een verslaving af te komen. Dat is ook de reden dat we bij jonge kinderen die nog geen middelen gebruiken in kaart willen brengen wie een groter risico loopt om verslaafd te raken. Als je dat weet, kun je daarop inspelen met preventieve maatregelen.”

Maar welk kind loopt meer risico?

“Van genetische factoren weten we al langer dat zij een belangrijke rol spelen. Kinderen van verslaafde ouders lopen meer kans om zelf ook verslaafd te raken. Verder zijn omgevingsfactoren van belang: is de thuissituatie veilig? Worden er in de buurt veel drugs gebruikt? Heeft het kind regelmatig traumatische ervaringen? En misschien een cliché: heeft het kind verkeerde vrienden? Maar ook intrinsieke factoren, eigenschappen van het kind zelf, spelen een rol. We zien dat ‘boefjes’, kinderen die net wat meer durven dan de rest, die op zoek gaan naar prikkels en impulsen, meer risico op een verslaving lopen. Over het algemeen kennen zij minder angst en zullen ze ook eerder op zoek gaan naar sigaretten, drugs of alcohol.”

Welke kinderen worden onderzocht?

“We verkeren in de luxepositie dat we ons onderzoek kunnen verrichten binnen Generation R. Dat is een uitgebreide studie naar de groei, ontwikkeling en gezondheid van 10.000 kinderen in Rotterdam. De kinderen die aan die studie meedoen zijn vanaf hun geboorte gevolgd en zijn inmiddels zo’n tien, elf jaar oud. We beschikken over ontzettend veel gegevens waarmee we allerlei verbanden kunnen uitzoeken. Van elk kind zijn er bijvoorbeeld MRI-scans van de hersenen gemaakt. Dat geeft ons de mogelijkheid om de hersenstructuren nauwkeurig te bestuderen. Dat is uniek in de wereld.”

‘Kinderen lopen er niet mee te koop als ze stiekem een sigaretje hebben gerookt’

Wat kun je uit die scans aflezen?

“Bij volwassenen met een verslaving kunnen we op de hersenscans zien dat iemand na een succesvolle behandeling terugvalt in verslavingsgedrag. Dat geeft dus extra informatie, bovenop de melding van de verslaafde zelf of van de hulpverlener. Ik verwacht niet dat we op basis van de hersenscans van kinderen op individueel niveau kunnen zeggen: dit kind is verslavingsgevoelig en dit kind niet. Maar misschien kunnen we wel hersenstructuren herkennen die bij bepaalde kinderen voorkomen en die duiden op een verhoogd risico op verslaving. En er is nóg een aspect dat de hersenscans van kinderen zo belangrijk maakt. Van alcohol is bekend dat het afwijkingen in de hersenen veroorzaakt, maar het is moeilijk om vast te stellen of die voor een deel ook al vóór het chronisch alcoholgebruik aanwezig waren. Dankzij de hersenscans van kinderen die nog nooit alcohol hebben gedronken, kunnen we vaststellen of veranderde hersenstructuren op latere leeftijd een direct gevolg zijn van het alcoholmisbruik, of dat die ook al van tevoren aanwezig waren.
Ik verwacht dat het een combinatie van die twee aspecten zal zijn. In ons eerdere on- derzoek bij kinderen van verslaafde ouders zagen we kleine veranderingen in de hersenen van de kinderen die suggereren dat er ook zonder verslaving sprake is van andere hersenstructuren. Wat ook opvallend was: zowel de verslaafde ouders als hun niet-verslaafde kinderen hadden meer moeite om een taakje (het indrukken van bepaalde toetsen op een toetsenbord) af te remmen. Het lijkt er dus op dat niet alleen de verslaving effect heeft op de hersenen, maar dat er ook sprake is van een eerdere oorzaak.”

Onderzoeker Ingmar Franken

Neuropsycholoog prof. dr. Ingmar Franken

Wat wordt verder onderzocht?

“De kinderen krijgen een vragenlijst over
hun ervaringen met roken, alcohol en drugs. We beseffen dat het onderwerp gevoelig ligt. Kinderen lopen er niet mee te koop als ze stiekem een sigaretje hebben gerookt. We zijn discreet. Met de ouders wordt de informatie niet gedeeld. En de kinderen moeten taakjes uitvoeren op een computer. Een voorbeeld:
in een spelsituatie kunnen ze geld winnen. Kinderen kunnen veilige keuzes maken, maar ook kiezen voor het grote geld door meer risico te lopen. Impulsieve kinderen zullen voor de grote winst gaan.”

 

Lees ook