Erasmus MC

Op zoek naar heilige graal

Op de afdeling Viroscience van het Erasmus MC wordt hard gewerkt aan een vaccin dat afrekent met álle soorten griep: de heilige graal onder de griepvaccins.

Deel
0 likes
Leestijd 4 min
hero-cel

Griepvirussen veranderen continu. Daarom moeten de vaccins bijna elk jaar worden bijgesteld en dienen mensen steeds opnieuw een inenting te krijgen. Dat bijstellen gaat niet altijd goed, waardoor het vaccin soms niet naar behoren werkt. En in het geval van een nieuw griepvirus kan zelfs een pandemie, een wereldwijde epidemie, ontstaan.

Onderzoeksleider Guus Rimmelzwaan legt uit waarom een universeel vaccin zo belangrijk is: “De ‘wintergriep’ verandert elk jaar. In februari, vlak na de vorige epidemie, moeten we al voorspellen hoe het virus er het volgende jaar uit gaat zien om te kunnen werken aan het nieuwe vaccin. Als dat niet goed lukt, zal het vaccin ook niet goed werken. Daarnaast is er altijd een dreiging dat nieuwe griepvirussen opduiken waartegen nog geen antistoffen aanwezig zijn in de bevolking. Vogelgriepvirussen zijn daar een voorbeeld van. Wanneer een nieuw virus een pandemie veroorzaakt, is het moeilijk om op tijd een vaccin te maken. De behoefte aan universele vaccins die voor breed werkende immuniteit kunnen zorgen, is daarom groot.

We werken nu tegelijkertijd aan verschillende vaccins die zich richten op twee verschillende ‘takken’ van het immuunsysteem. Het consortium waar wij coördinator van zijn, heeft daar vijf miljoen euro voor gekregen vanuit de Europese Unie. Voor het onderzoek in het Erasmus MC is 1,2 miljoen beschikbaar. Over twee jaar moet al dit onderzoek worden samengevoegd. Dan hopen we te weten hoe een universeel vaccin werkt en hoe we het kunnen maken.”

Brede bescherming

Onderzoeker Rory de Vries: “Aan het oppervlak van griepvirussen komen verschillende eiwitten voor. Via één type van deze eiwitten, het HA-eiwit, kan het virus zich aan een gezonde cel binden en deze infecteren. Een effectief vaccin zorgt ervoor dat je immuunsysteem antilichamen aanmaakt die dit eiwit herkennen en zo een infectie voorkomen. Omdat de eiwitten op griepvirussen elk jaar veranderen, moet er ook elk jaar een nieuw vaccin worden ontwikkeld op basis van de nieuwe eiwitten.

Ik richt me op het HA-eiwit dat elk jaar een beetje verandert. Het eiwit bestaat uit twee delen: de ‘bol’ en de ‘stam’. De bol is het gedeelte dat verantwoordelijk is voor het infecteren van de cel en ook het sterkst door antilichamen wordt herkend. Maar de bol is ook het gedeelte dat het snelst verandert. Daarom werk ik nu aan een vaccin dat zich richt op de stam. Dit gedeelte van het eiwit verandert veel minder snel en een vaccin zou op die manier een brede bescherming bieden tegen veel verschillende griepvirussen. Bij de productie van het vaccin moet juist de stam herkend worden. Dat kan op twee manieren. De eerste methode is door de bol te verwijderen, maar vaak verandert daardoor ook de vorm van de stam en werkt het vaccin niet. Ik werk nu aan een manier om de bol af te schermen, waardoor alleen de stam nog herkend kan worden.”

Verschil tussen leven en dood

Onderzoeker Carolien van de Sandt: “De productie van antilichamen is gericht op de eiwitten op het oppervlakte van het virus. Omdat deze eiwitten snel kunnen veranderen, moeten ook de vaccins telkens worden aangepast. Maar alle griepvirussen hebben ook meer stabiele eiwitten die minder snel veranderen en die worden herkend door cellen van het immuunsysteem, de zogenaamde T-cellen. Deze immuuncellen werken anders dan antilichamen. Antilichamen zorgen ervoor dat je niet ziek wordt, maar T-cellen ruimen de geïnfecteerde cellen sneller op. Je wordt daardoor minder ziek. Mogelijk zouden deze T-cellen tijdens een pandemie net het verschil kunnen maken tussen leven en dood.

Onze onderzoeksgroep bestudeert hoe een nieuw type vaccin de aanmaak van T-cellen kan stimuleren. We weten al dat mensen die besmet zijn geweest met een seizoensgriep, T-cellen in hun bloed hebben die ook andere varianten van het virus herkennen. Wanneer je een vaccin wilt maken met een brede bescherming, is het natuurlijk erg interessant om deze T-cel-responsen op te wekken, omdat je daarmee wellicht bescherming krijgt tegen alle varianten van het virus.”

 

Klaar om verder te testen

Analist Stella van Trierum: “In het laboratorium gebruiken we een verzwakt pokkenvirus om een griepvaccin te maken. Dit virus is veilig voor mensen. Als eerste bouwen we stukjes genetisch materiaal van het griepvirus in het pokkenvirus. Er ontstaan dan pokkenvirussen met op hun oppervlakte eiwitten die op griepvirussen voorkomen. Door het genetisch materiaal van het griepvirus te variëren, kunnen we verschillende vaccins ontwikkelen. Maar voordat een vaccin bij mensen kan worden toegepast, moet het worden getest in proefdieren en in klinisch onderzoek.”

Afbraakproces versterken

Promotieonderzoeker Arwen Altenburg: “In alle lichaamscellen worden continu eiwitten afgebroken, verwerkt tot kleine stukjes (peptiden), en aangeboden aan de buitenkant van de cel. Dit gebeurt ook bij cellen die zijn geïnfecteerd door het griepvirus. Wanneer een peptide van een lichaamseigen eiwit aan de buitenkant wordt aangeboden, zullen de T-cellen hier niet op reageren, maar bij een stukje viraal eiwit wel. De T-cellen worden actief en komen in actie om de geïnfecteerde cel op te ruimen.

Met een nieuw vaccin proberen we het proces van afbraak van griepviruseiwitten te versterken. Onze hypothese: door snellere eiwitafbraak komen meer peptiden beschikbaar voor de T-cellen, waardoor ze sneller en/of heftiger zullen reageren. Er worden ‘memory T-cellen’ gevormd, die het peptide van het virus onthouden, waardoor zij snel geactiveerd kunnen worden. De eiwitten waar de T-cellen op reageren, komen in veel verschillende griepvirussen in dezelfde vorm voor en veranderen ook niet snel. Daarom kan een ‘geprogrammeerde’ reactie op deze eiwitten voor een brede immuniteit zorgen.”

 

17042018

Lees ook