Erasmus MC

Chronische hepatitis C-medicijnen ook effectief bij acute vorm

Dankzij nieuwe medicatie is het mogelijk om bijna alle patiënten met chronische hepatitis C te genezen. Internist-infectioloog dr. Bart Rijnders onderzocht of deze behandeling ook werkt bij mensen met acute hepatitis C.

Deel
1 likes
Leestijd 3 min
Bart Rijnders
Dr. Bart Rijnders

De ontdekking van nieuwe virusremmers, en met name het combineren van deze middelen, heeft de behandeling van hepatitis C drastisch verbeterd. De behandeling is zo effectief en heeft zo weinig bijwerkingen dat de Wereldgezondheidsorganisatie WHO de uitbanning van hepatitis C voor 2030 als ambitieus doel op de agenda heeft gezet.

Rijnders: “Tot nu toe waren de nieuwe medicijnen vooral ingezet bij patiënten met de chronische vorm van hepatitis C. Voor die ziekte zijn de middelen ook geregistreerd. Het is van groot belang dat er ook voor de acute vorm een effectieve behandeling is: een behandeling die direct na de diagnose start zal ervoor zorgen dat de patiënt eerder geneest en dat verspreiding van het hepatitis C-virus eerder een halt wordt toegeroepen. Nieuwe infecties worden dan voorkomen. Bovendien waren er aanwijzingen dat acute infecties korter behandeld kunnen worden. Dankzij een kortere behandelduur en minder nieuwe infecties zullen de gezondheidskosten dalen.”

 

 

Wat is hepatitis C?

Hepatitis C is een leverziekte waarbij de lever ontstoken raakt door het hepatitis C-virus. De ziekte komt in een acute en een chronische vorm voor. Bij de acute vorm wordt de infectie snel na de besmetting gediagnosticeerd, bij de chronische vorm is dat jaren tot decennia na infectie.

Acute hepatitis C geeft zelden ernstige gezondheidsklachten. De symptomen zijn ofwel aspecifiek of zelfs helemaal afwezig: vermoeidheid, verminderde eetlust, buikklachten, koorts. Geelzucht, die bij een minderheid voorkomt, is wél een specifiek symptoom. Soms worden ook gezondheidseffecten buiten de lever waargenomen: nierontstekingen, zenuwontstekingen en huidafwijkingen. De infectie geneest zelden vanzelf en leidt over verloop van vele jaren bij een deel van de patiënten tot ernstige leverziekte.

 

Bart Rijnders

Dr. Bart Rijnders

 

Wat was het doel van het onderzoek?

Onderzoekers van de afdeling Infectieziekten van het Erasmus MC hebben daarom onderzocht of de middelen grazoprevir en elbasvir ingezet kunnen worden bij de behandeling van patiënten met acute hepatitis C. Ook werd nagegaan of deze behandeling ingekort kan worden zonder verlies van werkzaamheid.

Rijnders: “Dit onderzoek heet Dutch Acute HCV in HIV study nr. 2 (DAHHS2). De voorafgaande studie vond alleen in Nederland plaats. Om een zo groot mogelijke groep patiënten bij het onderzoek te kunnen betrekken, werd voor de huidige studie met 17 hiv-behandelcentra samengewerkt, waaronder ook Belgische. We hadden de naam misschien beter kunnen veranderen in BAHHS, waarbij de B voor Benelux staat.”

 

 

‘Er moet gezocht worden naar betere interventies ter voorkoming van nieuwe infecties’

 

 

Waarom werden juist patiënten uit die centra bij de studie betrokken?

“Acute hepatitis C-virusinfecties komen bij patiënten met hiv vaker voor. Bovendien wordt bij hen minstens twee keer per jaar bloed gecontroleerd, waardoor we kunnen aantonen dat een nieuw gevonden hepatitis C-infectie niet al aanwezig was maar recent werd opgelopen. Dat maakt onze studie uniek.”

 

Hoe verliep het onderzoek?

“We hebben in drie jaar bij 146 patiënten een nieuwe hepatitis C-infectie vastgesteld. Tachtig van hen konden en wilden deelnemen aan de studie. Zij kregen een behandeling met grazoprevir en elbasvir. Dit zijn geneesmiddelen die bij chronische hepatitis C-patiënten hun nut hebben bewezen. Bij hen worden de middelen twaalf tot zestien weken gegeven. De patiënten in onze studie kregen een korte behandeling van slechts acht weken.”

 

En hoe waren de resultaten?

“Maar liefst 99% van de patiënten was na de behandeling genezen, slechts bij één van de 80 patiënten faalde de therapie. Helaas bleek drie maanden na de behandeling dat vier patiënten al een nieuwe infectie hadden opgelopen. Alhoewel de behandeling dus heel effectief is, toont de studie ook onomstotelijk aan dat er gezocht moet worden naar betere interventies ter voorkoming van nieuwe infecties.”

 

 

De studie werd januari 2019 gepubliceerd in The Lancet gastroenterology and hepatology.

 

Meer over het onderzoek van dr. Bart Rijnders leest u hier.

Lees ook